skip to main |
skip to sidebar
Zondag hebben kranten het in het Canadese Ontario over het offer dat de Glens brachten in Vlaanderen in de Eerste Wereldoorlog. Dat gebeurde naar aanleiding van de onlangse release van de nieuwe Canadese film getiteld "Passchendaele". Het waren in 1944 eveneens de Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders die Knokke en Heist bevrijdden. Over de inzet van de Glens in de Eerste Wereldoorlog lees je hieronder meer.
35 Glens died at Passchendaele
By Michael Peeling, reporter for the Standard-Freeholder newspaper in CornwallLt. Mark Gaillard of the Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders has something in common with famed Canadian actor Paul Gross. Neither one of them want the contributions of Canadians to the First World War Battle of Passchendaele to be forgotten. Gross stars in and directs the feature film "Passchendaele," which was inspired by stories his grandfather, a veteran, used to tell of his service in The Great War.
Gaillard learned a great deal about the battle in Passchendaele, Belgium (July to November 1917) and the part "the Glens" played when he visited the area in April 2007 for the 90th anniversary of the battle at Vimy Ridge.
As the film's Cornwall debut approached, Gaillard decided the soldiers of the regiment should see the movie as a learning opportunity about the heritage of "the Glens." "The movie shows the members of the battalion, young people much like themselves, fighting in a war often overshadowed by the Second World War," Gaillard said. "Unlike the Second World War, there are no more veterans left of the First World War. It's now just a matter of history, not personal experience." So with the help of the Galaxy Cinemas staff, 67 Glens turned their regular Thursday night training session into a movie night of special significance. "It's not simply a war movie to us," said Gaillard. "It's especially important to the Glens because our predecessors in this unit fought in that battle."
In 1917, the Glens didn't exist, but their predecessors were known as the 154th Overseas Battalion of the Canadian Expeditionary Force. The battalion was raised in S, D & G in 1915. It's the reason the Glens have the number 154 on their collar badges. The battalion didn't fight together in Europe. Instead it was broken up into small units to reinforce other battalions weakened by casualties across Europe. Of the 146 Glens who died in the First World War, 35 were killed in battle at Passchendaele, which is officially known as the Third Battle of Ypres. There were 280 Glens who fought there from Oct 26 to Nov. 10, 1917, the length of the Canadian involvement in the five-month-long battle. "All of the battles in the First World War were bloody," Gaillard said, "but Passchendaele was particularly bloody."
In May of 1930,King George V awarded the 154th battalion battle honours for its part in the battle.
A total of 15,654 Canadian soldiers alone were killed or wounded at Passchendaele.
James Milton
Skuce Lance Corporal James Milton Skuce, a civil servant living in Ottawa, enlisted with the 154th in April 1916. At the Battle of Passchendaele, he served with the 2nd (eastern Ontario) Battalion. He showed great courage and determination in leading troops against an enemy position. At one point during the attack, their advance was threatened by a German machine gun. Skuce and a small party of soldiers turned the flank, attacked the enemy, killed a large number of German troops and captured seven prisoners. As the Canadians made progress towards victory, Skuce covered his platoon with machine-gun fire and succeeded in dispersing a nest of enemy snipers threatening the front line. He was awarded the military medal for bravery in the field. He was later wounded during the war, but eventually made the rank of Company Sergeant Major.
William Guindon
Private William Guindon, a 32-year-old from Maxville, also enlisted in the 154th Battalion in April 1916. Once overseas, he was posted to the 58th (Central Ontario) Battalion. At an advanced position in the mud of Passchendaele, when all of his unit's ammunition had been expended, Guindon stood up and went through heavy fire for a fresh supply of ammunition. He returned with the ammo to his former position. According to the Regimental History, he did "splendid work" in the fight that followed.
Killed in action: Earl McDermid
Private Earl McDermid, a farm boy from Berwick, had served three years with the 59th Stormont and Glengarry Regiment when he joined the 154th in 1915 at the age of 22. Like Private Williams Guindon, he was one of 21 154th soldiers posted to the 58th (Central Ontario) Battalion. During the first Canadian offensive at Passchendaele Ridge on Oct. 26, 1917, he was part of "C" company. Fighting was difficult and the attack was hampered by mud, enemy machine guns and heavy rain. It often took individual acts of bravery at the lowest level to move individual units forward. Gains of less than 1,000 yards were made at great cost. Private McDermid fell that day. His remains were never found. His name is inscribed on the Menin Gate in nearby Ypres, Belgium, which lists the names of the British and Commonwealth soldiers who were missing and presumed dead in Flanders.
Vrijdagavond werd een groep Canadese genodigden ontvangen op het stadhuis in Knokke. Het ging om veteranen, familie en vrienden van de “Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders” uit Ontario. Onder hen twee oud-infanteriesoldaten van de 9de Brigade en een lid van de “armoured support” groep, die op 1 en 2 november 1944 Knokke en Heist hebben bevrijd. De groep werd over het Verweeplein begeleid door een Piper. Ze werden in foutloos Engels verwelkomd door een emotioneel zeer aangeslagen Schepen Danny Lannoy. Het was Jim Brownell, lid van het provinciaal parlement van Ontario, die Knokke-Heist dankte voor de ontvangst. Brownell is tevens parlementair assistent van de minister van Toerisme. Tijdens de ontvangst bevestigde hij, dat op 1 november in Canada
eveneens een “Knokse bevrijdingsmars” zal gewandeld worden bij het omdopen van “Highway 43” naar “Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders Commemorative Highway”. Hij zei te verwachten dat hij bij het inwandelen van een stuk van de 433 km lange verkeersader nog een stuk afgepeigerder zal zijn dan bij het bezoek aan Brugge, dat ze net achter de rug hadden. Aan Danny Lannoy overhandigde het parlementslid vervolgens een herdenkings-scroll, die mede-ondertekend was door Dalton McGuinty, de premier van de Canadese provincie Ontario. Veel lof was er ook voor Freddy Jones en het Bevrijdingsmuseum in Ramskapelle, dat op 1 november z’n deuren opent.
Hij vertelde de bezoekers over de actie “1000 Canadese vlaggen voor 1000 Canadese gesneuvelden. Tegen de viering van de 65ste bevrijding van Knokke en Heist wil men aan de inwoners duizend vlaggen slijten. Momenteel zijn er al 250 de deur uit; dus is de strijd nog niet gestreden. Een woordvoerster van de Canadese genodigden zei verder dat de groep een WoW-moment beleefde bij het bezoek aan het in aanbouw zijnde bevrijdingscentrum. Voor het museum werd aan Freddy Jones vervolgens een donatie overhandigd. De ontvangst werd afgesloten met de bekende meestamper pipe-tune “Scotland The Brave”. Daarna was het op de trappen van het stadhuis tijd voor de groepsfoto. Die werd genomen in het gezelschap van de 91- jarige Constant Devroe, die de bevrijding van Knokke eveneens van zeer dichtbij meemaakte. Steun dus nu het project: ‘1000 Vlaggen voor 1000 Levens’ bij Foto Jones, Lippenslaan 160, 8300 Knokke-Heist. Info en bestellingen: ter plaatse, of tel. 0478 68 76 94 of 050 60 66 40, of e-mail danny@fotojones.be met vermelding naam, adres, tel.-nr. en ev. btw-nr. Stort nu 30 euro op rekeningnummer 738-0251181-70 – ‘1000 vlaggen voor 1000 levens’
Komende vrijdag arriveert een grote groep Canadezen in Knokke-Heist. Het gaat om een 50-tal veteranen van de “Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders” uit Ontario. "The Glens", zoals ze meestal genoemd worden, landden op 6 juni 1944 te Bernieres in Normandië en bereikten na bloedige gevechten als één van de eerste Canadese eenheden de binnenstad van Caen. Ze waren ook intens betrokken in de bevrijding van de Pas de Calais. Op 9 oktober voeren ze met hun Buffalovaartuigen vanuit Terneuzen in een boog over de Schelde naar het Zeeuws-Vlaamse Hoofdplaat. Het regiment bevrijdde uiteindelijk samen met de “North Nova Scotia Highlanders” en de “Highland Light Infantry of Canada” op 1 en 2 november 1944 respectievelijk de laatste bezette Belgische gemeenten Knokke en Heist. Tijdens hun verblijf in de badstad zullen de veteranen in de regio de graven bezoeken van hun gevallen kameraden. De veteranen zullen vrijdag door het schepencollege officieel worden verwelkomd op het stadhuis van Knokke. De bevrijding van de badstad was destijds geen lachertje. Dat blijkt alvast uit een stukje interview met de Canadese veteraan Glen Tomlin.
“And I do remember it was kind of a mucky mess there because it's low ground, and it's wet. And we took out a big fortress there they called Little Tobruk it was near, Knokke it's Knokke-Heist now but it was Knokke-sur-Mer at that time. And big sand dune and like that, and they had trenches all dug along the top and camouflage. They had one place in the middle of it all, you know it was just like a great big town there for snipers. He had the ranges marked off, in fact he shot two or three of our fellows before we got him”.
In het weekend heeft de Sluise burgemeester Jaap Sala in Retranchement het startsein gegeven voor de zesde Switchback Memorial March. Deelnemers konden kiezen uit een route van 8, 16, 24 of 32 kilometer over landelijke wegen in onze regio. De tocht is een betoon van dankbaarheid aan Canada voor het offer dat het land bracht in de Tweede Wereldoorlog. Het is een initiatief van de vereniging België-Canada. Voor de tocht werd bij het Canadees monument aan de Hickmanbrug een herdenkingsplechtigheid gehouden. Daarbij werden gedichten voorgelezen door twee leerlingen van de openbare Oranje Nassauschool. De brug is vernoemd naar sergeant John L Hickman van the Royal Canadian Engineers, die in oktober 1944 bij de montage van de toenmalige Baileybrug over het afwateringskanaal sneuvelde. De brug was nodig voor de bevrijding van Knokke en Heist op 1 november. Canada zette in de Tweede Wereldoorlog meer dan één miljoen jonge soldaten in, waarvan 450.000 hun vaderland nooit terugzagen. Naast de mars vond een herdenking plaats op het Canadees Kerkhof.
Donderdagnamiddag werd in Cornwall in het Canadese Ontario bekend gemaakt, dat “Highway 43” op de bevrijdingsdag van Knokke officieel wordt omgedoopt. De recent aangelegde vierbaansweg krijgt dan de naam van het regiment, dat op 1 november 1944 de badstad heeft bevrijd uit handen van de Nazi’s. De verkeersader gaat officieel “Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders Commemorative Highway” heten. De onlinekranten noemen de weg ondertussen al afgekort “the Glens Highway”. Op het moment dat bij ons de 33 km lange Bevrijdingsmars wordt gewandeld zullen soldaten van de Glens in Canada 433 km afleggen tijdens een gestaffelde mars in gevechtskledij. In een reactie zei een verraste Schepen Danny Lannoy donderdag aan de oronieuwsdienst in de wolken te zijn methet nieuws uit Canada. “Het is meteen ook een goeie reclame voor ons initiatief”, aldus de Schepen. Het vernoemen van de weg naar het regiment dat Knokke bevrijdde is te danken aan Ere-kolonel William Shearing uit Morrisburg. Hij deed het voorstel aan de Raad van Verenigde Gewesten en de gemeenteraden van North Dundas, North Stormont en North Glengarry. In afwachting van het vernoemen van “Highway 43” werden reeds 6 borden met de nieuwe benaming van de weg op diverse locaties opgesteld. De nieuwe naam van de viervaksbaan moet een blijvende herinnering gaan vormen van de belangrijke rol die de S, D & G Highlanders hebben gespeeld. De geschiedenis van “The Glens” gaat terug tot 1784 toen de Schotse Highlanders aan de Britse zijde vochten in de Amerikaanse Revolutie. Negen soldaten van de Glens staan momeenteel trouwens op het punt te vertrekken naar Kandahar in Afghanistan. De bevrijding van de Schelde Pocket heeft in 1944 in totaal het leven gekost aan 207 Canadese officieren en 3.443 manschappen. Special honour for Glens
Posted By Kathleen Hay, STANDARD-FREEHOLDER
Posted -53 sec ago
A main highway that runs throughout the United Counties' has been renamed in honour of the local regiment.Formerly known as Highway 43, the Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders Commemorative Highway will be inaugurated Nov. 1 during a staggered battle fitness march along its entire length.The date is a significant one as it is the anniversary of the end of the Battle of the Breskens Pocket where the Glens' captured the last town occupied by the enemy in that area (Knokke along the Belgian coast), on Nov. 1, 1944. The brainchild of the Regimental Honourary-Colonel, William Shearing of Morrisburg, the idea to rename the highway was approved by United County Council, and the municipalities of North Dundas, North Stormont and North Glengarry, earlier in 2008. Six signs were erected at various locations in July, 2008 on the road. The idea is similar in purpose to the Veterans Memorial Highway (Highway 416) and serves of a tangible reminder of the important role of theS, D&GHighlandersinour community. The Glens' trace back their history two centuries to 1784 when the Scots Highlanders fought on the British side during the American Revolution. They resettled in the easternmost counties of Upper Canada following the war, and have since served continuously. They fought with distinction in the War of 1812, and in both world wars. As well, they have served as peacekeeping troops in many places including Egypt, Cyprus, Bosnia and Afghanistan. Nine soldiers will be deployed for the next rotation with Canadian Forces in Kandahar.
Tijdens de Canadaweek en de 11 novemberviering spaart het gemeentebestuur tijd noch moeite om de badplaats te tooien met de Canadese Maple Leaf en de Belgische driekleur, een traditie die de plaatselijke bevolking vroeger op zich nam. De oudere inwoners herinneren zich ongetwijfeld nog levendig dat huizen en gevels tijdens deze periode versierd werden met een zee van vlaggen, een gebruik dat de initiatiefnemers van het bevrijdingsmuseum nieuw leven willen inblazen. De bedoeling is dat iedere vlag symbool staat voor één Canadese soldaat die in onze streek in 1944 is omgekomen: 1000 slachtoffers is dus 1000 Maple Leaves. Dat deze doelstelling niet in 1 jaar gehaald kan worden, spreekt voor zich, maar tegen november 2009 hopen Freddy en Danny Jones de 1000ste vlag te kunnen uithangen. Volgend jaar is het namelijk 65 jaar geleden dat Knokke-Heist bevrijd werd, reden dus om onze dankbaarheid tegenover de Canadese bevrijders extra in het daglicht te stellen. Een pakket met Belgische én Canadese vlag kost slechts 30 EUR. Het For Freedom Museum te Ramskapelle, opening voorzien 1 november en gerestaureerd door de gemeente Knokke-Heist, dus gefinancierd door ons allen, wil bovendien als blijk van dankbaarheid iedereen die dit project steunt een levenslange gratis toegangskaart schenken, samen met de recent ontworpen For Freedom-pin. Bestel dus vóór 15 september 2008 en steun het project: ‘1000 Vlaggen voor 1000 Levens’.
De vlaggen worden afgehaald vanaf 15 oktober 2008 bij Foto Jones, Lippenslaan 160, 8300 Knokke-Heist. Info en bestellingen: ter plaatse, of tel. 0478 68 76 94 of 050 60 66 40, of e-mail danny@fotojones.be met vermelding naam, adres, tel.-nr. en ev. btw-nr. Stort nu 30 euro op rekeningnummer 738-0251181-70 – ‘1000 vlaggen voor 1000 levens’